top of page

Advies rapport visuele identiteit Stichting Young Up.

 

1.    Inleiding.............................................................................................................................. 

2.    Design Audit.......................................................................................................................

2.1     Verzamelen..................................................................................................................... 

2.2     Evalueren....................................................................................................................... 

2.2.1     Gestalttheorie.......................................................................................................... 

2.2.2     Semiotiek................................................................................................................. 

2.2.3     Retoriek................................................................................................................... 

3.    Customer Journey Mapping............................................................................................ 

3.1     Ijkpersoon...................................................................................................................... 

3.2     Customer Journey Map.................................................................................................. 

3.3     Concurrentie.................................................................................................................. 

4.    Analyse en advies.............................................................................................................

Literatuurlijst........................................................................................................................... 

Bijlage 1: Checklist................................................................................................................... 

 

1.  Inleiding

 

In dit onderzoek zal de visuele identiteit van Stichting Young Up beoordeeld worden. Er zal gekeken worden of deze visuele identiteit overeen komt met hetgeen dat de organisatie wil uitstralen en de doelgroep welke de stichting probeert te bereiken. Dit zal gedaan worden door middel van een design audit, bij deze design audit wordt er een analyse gemaakt van alles waarmee het bedrijf zich naar de buitenwereld toe identificeert en hiermee een visuele identiteit creëert. Ook zal er gekeken worden naar hoe een individu die tot de doelgroep van het bedrijf behoort in contact komt met het bedrijf en welke emoties of keuzes dit mogelijk losmaakt bij dit individu.

 

Young Up is een stichting welke zich bezighoudt met de talentontwikkeling van jongeren. De stichting faciliteert jongeren in het vinden van werk dat er voor zorgt dat deze jongeren praktijkervaring opdoen en zich ontwikkelen op persoonlijk niveau. Jongeren hebben veel inbreng in dit proces en worden gestimuleerd om werk te doen dat ze als leuk ervaren om op deze manier hun talenten en vaardigheden te ontwikkelen en te investeren in zichzelf. De missie van de stichting luidt dan ook als volgt: “Het begeleiden van Rotterdamse jongeren bij het nemen van regie over hun eigen toekomst door het stimuleren van (talent)ontwikkeling op  basis van een passie en hen hierdoor een waardevolle ervaring in de praktijk op te laten doen”.

 

De organisatie richt zich hierbij op vier verschillende groepen jongeren. Dit zijn de hulpbehoevende jongeren, de beroeps jongeren, de praktijk jongeren en de professionele jongeren. Deze vier groepen hebben allen verschillende interesses en behoeften, Young Up richt zich erop om jongeren te laten groeien van hulpbehoevende jongeren naar uiteindelijk professionele jongeren door ze te laten doen wat ze leuk vinden en waar hun passie ligt.De stichting is een groeiende organisatie welke door voornamelijk jongeren wordt geleid. Ondertussen bestaat de organisatie reeds uitfulltime medewerkers aangevuld met 6 stagiairs. Middels de visuele identiteit zal er gekeken worden of er op een consistente manier de juiste doelgroep wordt aangesproken, namelijk de jongeren van Rotterdam en omgeving. Ook zal er gekeken worden hoe dit mogelijk ervaren wordt vanuit het oogpunt van de doelgroep middels het customer journey mapping model.De onderzoekvraag welke de rode draad vormt voor dit onderzoek zal dan ook luiden: Maakt stichting Young Up effectief gebruik van visuele media in het bereiken van hun doelgroep?

 

2.  Design Audit

 

Voor het verzamelen en evalueren van de visuele identiteit van Young Up is er de mogelijkheid om gebruik te maken van verschillende identiteitsmodellen. De basis voor deze modellen is gelegd door Wally Olins, welke de grondlegger is van de term corporate identity, en deze heeft opgedeeld in drie mogelijke identiteit structuren voor een bedrijf namelijk; monolitic identity, endorsed identity en branded identity. Hierbij staat de monolitic identity voor een eenduidige naam en visuele stijl welke een bedrijf gebruikt om zich te identificeren naar de buitenwereld, denk hierbij aan Philips of Apple. De endorsed identity staat voor een categorie waarin een deel van de activiteiten plaatsvindt onder een gemeenschappelijke naam maar waarin het moederbedrijf dochterondernemingen toestaat om onder de eigen naam te opereren, zoals bijvoorbeeld de autogigant General Motors. De derde vorm, de branded identity omschrijft de groep bedrijven waarbij de relatie tussen moederbedrijf en dochterondernemingen onzichtbaar is, zoals bijvoorbeeld bij Unilever (Olins, 1978).

 

Het onderzoek van Ollins heeft de basis gelegd voor de ontwikkeling van vele identiteitsmodellen welke gebruikt kunnen worden voor het omschrijven van de visuele identiteit zoals het ‘corporate identity model’ van Birkigt & Stadler waarbij er gekeken wordt naar aan een zijde de identiteit van een organisatie en aan de andere zijde het imago van de organisatie (Birkigt & Stadler, 1986). Ook kan er gebruik worden gemaakt van het ‘touchpoint’ model van Wheeler, middels dit model worden alle punten van visuele media naar de buitenwereld geanalyseerd (Wheeler, 2003). Een derde model dat hierin volstaat is de ‘brand identity prism’ van Kapferer, in deze identiteitsprisma wordt doormiddel van de 6 punten van de prisma welke alle een vorm van identiteit vertegenwoordigen, de identiteit van een organisatie vastgelegd en omschreven (Kapferer, 2012).

 

2.1  Verzamelen

 

Om verzamelproces op te zetten en te vergemakkelijken is er allereerst een checklist opgezet (Bijlage 1), deze checklist heeft als houvast gediend tijdens het verzamelen van alle mogelijke informatie voor de uiteindelijke evaluatie van de visuele identiteit.

 

Om het juiste beeldmateriaal te verzamelen voor de design audit zal er voornamelijk gebruik gemaakt worden van het ‘touchpoint’ model van Wheeler, dit simpelweg omdat dit model het mogelijk maakt om alle vormen van media welke gebruikt worden door Young Up zo goed mogelijk te evalueren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 2.1           Het ‘touchpoint’ model van Wheeler (http://www.pvpcexpo.ae)

 

 

De eerste en best toegankelijke informatie welke is verzameld is deze welke te vinden is op het internet, dit betreft de website, Facebook pagina, Twitter account en andere vormen van sociale media waarop het bedrijf actief is en zich naar de buitenwereld op profileert. Hierna is het verzamelen van beeldmateriaal op de locatie van het kantoor van Young Up gestart, het verworven beeldmateriaal is zichtbaar. De foto’s zijn op 10 December 2014 door mij genomen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bovenstaand is een slide show weergegeven van het verzamelde beeldmateriaal van stichting Young Up

 

 

Het logo van Young Up is terug te vinden op alle vormen van media welke gebruikt worden door de organisatie, zoals hierboven zichtbaar is. Bij navraag naar het logo is ook een diepere betekenis van dit logo achterhaald. Het logo van Young Up staat namelijk voor een boom, deze boom bestaat uit vier takken en elke tak (en kleur) staat voor een ontwikkelfase van de jongeren welke via de organisatie werken. Elke jongere kiest zelf de ontwikkelfase waarin hij of zij instapt en doet vervolgens mee aan projecten of programma’s met als doel hun potentie te ontdekken, ontwikkelen en benutten en uiteindelijk regie over toekomst in handen te nemen.

 

Zo staat de groene tak en ook de kleinste voor jongeren welke moeite hebben om 'actief' deel te nemen aan de samenleving. In dit geval wil dat bijvoorbeeld zeggen dat jongeren moeite hebben met het afronden van hun opleiding, jongeren hun weg op de arbeidsmarkt niet weten te vinden of jongeren door problemen hun weg in het leven niet weten te vinden. De interesses van deze jongeren liggen vooral bij zaken buiten school, werk en ondernemerschap. Zij zijn vooral te bereiken doordat zij op een passie of intrinsieke interesse, zeg maar de 'fun' activiteiten aan te spreken zijn. Denk hierbij aan bijvoorbeeld sport, muziek, dans.

 

De lichtblauwe tak staat voor jongeren welke het in principe goed doen en op school zitten of aan het werk zijn. Echter, ze hebben nog niet de motivatie om daarnaast 'actief' te zijn en breder te participeren. Zij doen bijvoorbeeld geen vrijwilligerswerk, zijn niet geïnteresseerd om zelf een project op te starten en doen eigenlijk samenvattend naast het school en/of werk geen praktijkervaring op

Deze jongeren hun interesses liggen veelal buiten zaken als school, werk en (jong) ondernemerschap. In tegenstelling tot de voorgaande doelgroep gaan zij wel naar school en werken zij, maar 'wandelen' ze voorlopig nog door het leven zonder er heel veel naast te doen. Ook deze groep kan bereikt worden door hen aan te spreken op een passie of intrinsieke interesse, zeg maar de 'fun' activiteiten.

 

               

De donkerblauwe tak staat voor de jongeren welke actief bezig zijn in de praktijk terwijl zij naar school gaan of aan het werk zijn. Zij hebben bijvoorbeeld naast hun opleiding een (bij)baan die aansluit bij hun opleiding of doen naast hun opleiding of baan ervaring op in de vorm van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of eigen projecten. Deze jongeren zijn als het ware in de praktijk aan de slag met een 'project' en ontwikkelen zich als persoon. Dat wil onder andere zeggen dat zij bezig zijn met het ontdekken en ontwikkelen van vaardigheden/skills/competenties en daarmee hun curriculum versterken. Deze doelgroep jongeren heeft over het algemeen veel interesses en een hebben een actief sociaal bestaan. Zo kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het verenigingsleven waar zij actief hun hobby uitvoeren, maar ook aan evenementen die in de stad plaatsvinden en waarvan zij op de hoogte zijn, die aansluiten bij hun interesses. Deze jongeren zullen bijvoorbeeld ook actief bezig zijn met het versterken van hun netwerk. 

 

De paarse en tevens hoogste tak van de boom staat voor jongeren welke actief bezig zijn in de praktijk terwijl zij naar school of aan het werk zijn. Zij hebben bijvoorbeeld naast hun opleiding een (bij)baan die aansluit bij hun opleiding of doen naast hun opleiding of baan ervaring op in de vorm van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of eigen projecten. Deze jongeren zijn als het ware in de praktijk aan de slag met een 'project' en ontwikkelen zich als persoon. Deze groep is echter al wat verder. Zij hebben bijvoorbeeld al een opleiding (praktijkgericht) afgerond, waardevolle praktijkervaring opgedaan en zijn zich terdege bewust van hun kwaliteiten. Deze jongeren beschikken over een 'ondernemende' instelling en weten hoe zij hun kwaliteiten/vaardigheden/skills moeten benutten en hebben daardoor de regie over eigen toekomst. Deze doelgroep zal net als de bovenstaande groep jongeren veel interesses hebben en een actief sociaal bestaan hebben. Zo kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het verenigingsleven waar zij actief hun hobby uitvoeren, maar ook aan evenementen die in de stad plaatsvinden, en waarvan zij op de hoogte zijn, die aansluiten bij hun interesses. Deze jongeren zullen bijvoorbeeld ook actief bezig zijn met het versterken van hun netwerk. 

 

 

2.2  Evalueren


Wanneer er gekeken wordt naar de identiteit structuren (Olins, 1978) en welke hiervan het beste Young Up vertegenwoordigd, wordt het snel duidelijk dat dit de monolitic identity is. Er is een eenduidige naam en stijl welke het bedrijf hanteert in de media naar de buitenwereld, zo komt het logo van de organisatie terug op alle vormen van (sociale) media en ook de merchandise welke verstrekt wordt door de organisatie. Ook wordt deze huisstijl waarin het logo (kleuren; groen, blauw en paars) ook gemaakt is doorgetrokken in andere vormen van media, denk hierbij aan onder andere presentaties en visitekaartjes.De verdere evaluatie van het verzamelde beeldmateriaal zal gedaan worden aan de hand van het boek Beeldtaal (van den Broek, Koetsenruijter, de Jong & Smit, 2010). Hiervoor zullen de hoofdstukken Gestalt, Semiotiek en Retoriek gebruikt worden. Voor de evaluatie van de Semiotiek zal de theorie van de gelaagde betekenis gebruikt worden van Barthes.

 

2.2.1  Gestalttheorie

 

De Gestalttheorie gaat uit van de vraag: wat zien we? De theorie gebruikt hiervoor vele wetten welke er vanuit gaan dat mensen in een bepaalde volgorde beelden verwerken. Eenvoud

is daarbij een van de belangrijkste hoofdzaken binnen de Gestalttheorie en ligt volledig in lijn met de twee hoofelementen, namelijk overzicht en rust. Deze elementen zorgen ervoor dat mensen informatie makkelijk tot zich kunnen nemen. Naast eenvoud zijn er nog vele andere ‘wetten’ binnen de Gestalttheorie welke gebruikt kunnen worden voor de analyse van de verzamelde media, o.a.:

  • De wet van voorgrond en achtergrond.

  • Wet van nabijheid.

  • Wet van overeenkomst.

  • Wet van gelijke achtergrond.

  • Wet van gelijke bestemming.

  • Wet van ingeslotenheid.

  • Wet van het ingevulde hiaat.

  • Wet van continuïteit.

  • Wet van ervaring.

 

Wanneer er vanuit de Gestalttheorie wordt gekeken naar het logo van de stichting Young Up is het voornamelijk de wet van eenvoud welke hierop van toepassing is, het is logo bestaat simpelweg uit 4 lijnen welke een boom vormen en de naam van de onderneming.  Ook sluit het logo aan bij de wet van continuïteit, de tekst op het logo staat dusdanig juist uitgelijnd dat het goed leesbaar is voor degene die wordt blootgesteld aan het logo. Omdat het een dusdanig eenvoudig logo betreft zijn de andere wetten van de Gestalttheorie hierop niet van toepassing.

 

Wanneer er binnen de onderneming verder wordt gekeken naar beeldmateriaal, dan stuit men op de banner van ‘Buzinezz Club’. Wanneer deze wordt bekeken vanuit de Gestalttheorie dan vallen er andere dingen op. Zo voldoet dit logo niet aan de wet van nabijheid, er is namelijk geen koppeling te vinden met ander beeldmateriaal binnen de stichting en het sluit niet aan op het logo. Zo zijn de kleuren anders en wordt er bij het taalgebruik gebruik gemaakt van zogenaamde ‘slang’. Ook de eenvoud en de continuïteit vallen bij dit logo weg.

2.2.2  Semiotiek         

 

Semiotiek focust zich daarnaast op tekens. Hiermee worden elementen bedoeld welke wel waarneembaar zijn in media maar niet aanwezig, de achterliggende betekenis is hierbij van belang.  Voor de evaluatie van de Semiotiek binnen de stichting Young Up zal gebruikt gemaakt worden van de theorie van gelaagde betekenis van Barthes. De theorie van Barthes bestaat uit twee lagen, welke op hun beurt ook weer uit twee lagen bestaan. Zo is de eerste laag detonatie, welke bestaat uit primaire detonatie en secundaire detonatie. Bij primaire detonatie wordt er letterlijk omschreven wat er zichtbaar is en wat de eerste indrukken hiervan zijn. De secundaire detonatie is intersubjectief, deze gaat deels uit van kennis. Zo kan bijvoorbeeld een herinnering welke gekoppeld is aan een bepaald logo leiden tot secundaire detonatie. De andere laag, namelijk connotatie is subjectief, deze laag speelt in op het gevoel van mensen. Ook connotatie bestaat uit primaire connotatie en secundaire connotatie. Bij primaire connotatie staan de waarden die vanuit een groep zijn verkregen centraal, deze wordt dus mede bepaald door cultuur. Bij secundaire connotatie staat het individu centraal, hier gaat het dus grotendeels om persoonlijke ervaringen of herinneringen.

 

Primaire detonatie: (objectief)  De uitstraling van het kantoor oogt rommelig, dit wordt gecombineerd met een industriële uitstraling welke de locatie van zichzelf heeft doordat het een oud pand is welk voorheen gebruikt is door de Graansilo Maatschappij. Het rommelige komt door het meubilair dat ongeorganiseerd verspreid staat door het pand, de whiteboards en flipovers welke op meerdere plekken staan en een grote graffiti muurschildering bij de werkplekken.

Als scherp contrast ten opzichte van deze rommelige eerste indruk welke het kantoor creëert is er ook gekozen voor een bijzonder strakke en simpele huisstijl, welke terug te vinden is op meerdere banners en merchandise. Ook is er een wand decoratie met hierop een logo van ‘Buzinezz Club’ welke moderne architectuur laat zien in combinatie met een speels en jeugdig logo. Secundaire denotatie (intersubjectief) Wanneer er beter gekeken wordt naar de indeling en inrichting van het kantoor dan is het snel duidelijk dat hier jongeren werken en dat er voor jongeren gewerkt wordt. Dit is terug te vinden in de graffiti op de muren en de rommelige indeling van de (flex)werkplekken.

 

Primaire connotatie (cultureel) Wanneer en gekeken wordt naar de primaire connotatie, dan komen de normen en waarden van een onderneming welke geleid wordt door jongeren snel naar voren. De uitstraling van het kantoor is erg jeugdig en dit sluit deels aan bij de doelgroep maar minder goed bij de zakelijke uitstraling welk de huisstijl hanteert. Secundaire connotatie (subjectief) Wat deze locatie allereerst heel snel duidelijk maakt dat is dat het een bedrijf vol jongeren en ambitie is, de prijzen welke staan uitgestald tegen een muur achter het personeel laten zien dat ze deze met trots willen presenteren aan mogelijke gasten van het kantoor. Daarnaast valt het sterk op dat de huisstijl en het kantoor niet stroken met elkaar, de huisstijl is er strak, minimalistisch en modern te noemen en het kantoor heeft een rommelige ongeorganiseerde uitstraling.  Dit komt deels de vele verschillende soorten aan meubilair en apparatuur verspreid door het kantoor en doordat het kantoor een open ruimte is.

 

2.2.3  Retoriek

 

Retorica is de analyse van overtuigingskracht en deze gaat hierbij uit van drie overtuigingsmiddelen, namelijk Ethos, Pathos en Logos. Ethos duidt hierbij op het publiek overtuigen dat in dit geval de onderneming gekwalificeerd is. Pathos is hierbij de aanspraak op de emoties van het publiek en Logos beroept zich op logica, hierbij worden feiten gebruikt om de logica van datgene wat spreker zegt te ondersteunen.

 

Omdat retorica zich voornamelijk richt op situaties waarbij er een spreker is, is dit moeilijk toepasbaar op de visuele identiteit van in dit geval de stichting Young Up. Wel wordt er ook doormiddel van het visuele aanspraak gemaakt op de emoties van het publiek en hierbij is Pathos ook van toepassing. Ook wordt het publiek door bijvoorbeeld het logo overtuigd van de kwalificatie van de onderneming en kan hierbij Ethos ook van toepassing zijn. Omdat Retorica in dit onderzoek bijdraagt aan het beantwoorden van de onderzoeksvraag zal hier niet dieper op in worden gegaan.

 

3.  Customer Journey Mapping


Customer journey mapping een methode om een aankoopproces of dienst vanuit het perspectief van de klant in beeld te brengen. Het beschrijft de stappen welke een potentiele klant doorloopt gedurende het proces van oriëntatie, de uiteindelijke keuze voor een product en het gebruik maken van dit product. Omdat stichting Young Up meer in de dienstverlening zit dat in de verkoop van een specifiek product zal dit proces er bij deze onderneming er per individu anders uitzien, simpelweg omdat de stichting zijn dienstverlening aanpast aan de wensen en behoeften van het individu.

 

3.1  Ijkpersoon        


Om vast te stellen hoe dit proces er uit zal zien, zal eerst moeten worden vastgesteld wie het individu is dat de stappen van het proces gaat doorlopen. Omdat ik zelf vanuit mijn positie niet voldoe aan de criteria van de doelgroep van de stichting Young Up zal ik hiervoor een fictief ijkpersoon gebruiken. Dit ijkpersoon heeft een MBO niveau 3 opleiding gevolgd maar is hier na twee jaar mee gestopt omdat dit hem niet meer interesseerde en hij het idee had dat hij toch niks leerde. Nu zit hij het grootste deel van de dag thuis en brengt hij zijn avonden op straat door. Hij heeft wel een bijbaan bij de lokale automaterialen groothandel maar hier werkt hij enkel op de zaterdag.

 

Het eerste contact dat dit individu zal hebben met de organisatie ligt mogelijk al in het verleden, op MBO-onderwijsinstellingen worden door de stichting Young Up presentaties gegeven om zo jongeren zich ervan bewust te maken dat er meer mogelijkheden zijn tot persoonlijke ontwikkeling. Dit heeft in het verleden geen interesse gewekt bij het individu in kwestie, maar nu ziet hij een advertentie op Facebook voorbij komen wat zijn interesse wekt. Hij klikt op de link en komt uit bij de website van de stichting Young Up. Op de website kan hij zien waar de stichting voor staat en wat de mogelijkheden zijn voor iemand met zijn achtergrond. Na overleg met zijn ouders besluit hij om via de website contact te leggen met de stichting en een afspraak te maken via de website.

 

De afspraak zal plaatsvinden op het kantoor van de stichting, het individu zal ontvangen worden en ziet hierbij de inhoud en indeling van het kantoor en komt mogelijk tot de conclusie dat dit niet overeenkomt met datgeen wat hij reeds heeft gezien op de website en sociale media. Hierna zal er tijdens het intakegesprek aan het individu in kwestie uitgelegd wat de stichting voor hem kan betekenen en welke stappen hij kan doorlopen. Hierbij wordt de boom welke ook het logo van de stichting vertegenwoordigd toegelicht en dringt het tot het individu door dat hij behoort tot de kortste tak van de boom, de hulpbehoevende jongeren.  Er wordt samen met de jongere in kwestie een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld om de fases welke de organisatie biedt zo optimaal mogelijk te doorlopen. Ook zal tijdens deze kennismaking besproken worden wat de ambities en interesses zijn van het individu in kwestie, aan de hand van deze informatie kan de stichting een passende plaatsing vinden voor het individu.

 

Na de kennismaking op het kantoor van Young Up zal het individu in kwestie, wanneer hij besluit om met de stichting in zee te gaan, geplaatst worden bij een van de partners van de stichting. Tijdens de werkzaamheden die hij vervolgens zal uitvoeren zal er geregeld contact blijven met de stichting om er voor te zorgen dat het ontwikkelingsplan gevolgd wordt en dat er daar waar mogelijk meer verantwoordelijkheden neergelegd worden bij het individu.

 

3.2  Customer Journey Map

 

In de onderstaande afbeelding is het traject dat de ijkpersoon doorloopt binnen het customer journey proces gevisualiseerd om een duidelijker beeld te creëren van de  route welke doorlopen wordt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afbeelding 3.1                  Customer Journey Map

 

3.3  Concurrentie


Young Up is een stichting welke diensten verleent aan jongeren welke hulp nodig hebben om hun weg in de maatschappij te vinden. Als stichting zijnde heeft Young Up geen winstoogmerk, dit neemt natuurlijk niet weg dat het bestaansrecht van de stichting ligt bij het bereiken van de doelgroep. Daarvoor zal het belangrijk zijn voor de stichting om zich te onderscheiden van mogelijke concurrenten en ervoor te zorgen dat de stichting heel laagdrempelig is voor jongeren.

 

Er zijn in de regio Rotterdam meer organisaties welke zich bezighouden met de ontwikkeling en integratie in de maatschappij van jongeren welke hier zelf in veel gevallen moeite mee hebben. Zo is er de stichting Thuis Op Straat, deze stichting houdt zich bezig met allerlei activiteiten om jongeren te betrekken in het maatschappelijke proces en de gemeenschap. Echter, deze organisatie houdt zich niet bezig met de specifieke ontwikkeling van deze jongeren op het gebied van werk zoals Young Up dit doet. Een ander voorbeeld van een organisatie welke zich bezig houdt het betrekken van jongeren in de maatschappij is de Stichting Music Matters. Music Matters brengt jongeren samen door middel van muziek en biedt mensen met een talent kansen en helpt ze deze aan te grijpen.

 

Een voorbeeld van een stichting welke zich bezig houdt met een vergelijkbaar doel als de stichting Young Up is de stichting Manage Your Talents (MYT). Manage Your Talents houdt zich zo ook bezig met de groei en ontwikkeling van jongeren en het nastreven van het talent en de ambitie van deze jongeren.  Er zijn veel overeenkomsten met de werkzaamheden van de beide stichtingen, dit maakt het voor de stichting Young Up des te belangrijker om zich te onderscheiden. Onderscheiden van Manage Your Talents doen ze momenteel al door een vooropgezet plan te hebben voor de ontwikkeling van de jongeren. Echter, het is van belang dat dit deze informatie ook beschikbaar is voor de jongeren. Momenteel is dit niet het geval en kunnen jongeren, aan de hand van de website moeilijk de verschillen zien tussen de twee organisaties.

 

Tijdens het opstellen en nalopen van de checklist is het duidelijk geworden dat er naast de activiteiten welke de stichting uitvoert op internet en sociale media weinig wordt gedaan aan marketing en sales. Dit strookt uiteraard met het feit dat de stichting geen winstoogmerk heeft. Echter, er kan door de stichting voordeel gehaald worden uit het meer promoten van de diensten welke zij bieden aan jongeren. Zo kan er bijvoorbeeld reclame gemaakt worden op onderwijsinstellingen in de vorm van visueel beeldmateriaal (posters, digitale reclame) of kan er geflyerd worden op evenementen waar veel jongeren welke tot de doelgroep behoren aanwezig zullen zijn.

 

4.  Analyse en advies

Uit het uitgevoerde onderzoek is duidelijk geworden dat stichting Young Up een ambitieuze onderneming is met het oog op de toekomst en met de potentie tot groei. De doelgroep van de organisatie zijn jongeren in de omgeving van Rotterdam welke hulp kunnen gebruiken bij hun persoonlijke en zakelijke ontwikkeling, stichting Young Up faciliteert hierin door passend werk te vinden waarbij de potenties van deze jongeren optimaal worden benut en de ontwikkeling van deze potenties in het achterhoofd wordt gehouden.

 

De onderzoeksvraag welke gekoppeld is aan dit onderzoek luidde dan ook: ‘Maakt stichting Young Up effectief gebruik van visuele media in het bereiken van hun doelgroep?’. De doelgroep kan hierbij gedefinieerd worden als jongeren in de omgeving van Rotterdam welke behoren tot een van de groepen jongeren waar de stichting zich op richt, namelijk de hulpbehoevende jongeren, de beroeps jongeren, de praktijk jongeren en de professionele jongeren.

 

Wanneer er wordt gekeken naar de visuele identiteit van de media welke de stichting gebruikt naar de buitenwereld toe, denk hierbij aan de website en social media. Dan wordt het snel duidelijk dat de huisstijl van de onderneming hierin leidend is, het logo en de kleuren van de stichting komen hier duidelijk terug. Wel is de koppeling tussen waar het logo voor staat, namelijk de boom met verschillende fases welke de jongeren kunnen doorlopen hierbij niet zichtbaar. Deze toelichting maakt deel uit van de identiteit van de onderneming en het advies is dan ook om deze een prominente plek te geven op de website en mogelijk zelfs op social media, dit om ervoor te zorgen dat jongeren, welke via deze media in aanraking komen met de onderneming, meteen kunnen zien dat er nagedacht is over ontwikkeling.

 

Ook is de uitstraling van het bedrijf zelf van belang, wanneer deze namelijk wordt vergeleken met de uitstraling welke het bedrijf toont naar de buitenwereld dan komt dit simpelweg niet overeen. De simpliciteit van het logo en de kleuren welke staan voor de ontwikkeling van individuen komen simpelweg niet terug in de kantooromgeving van de stichting. Er staat een enkele banner met hierop het logo. Daarnaast oogt het kantoor rommelig en ongeorganiseerd, dit strookt niet met datgene dat het logo uitstraalt en hetgeen dat de stichting ‘verkoopt’ namelijk de gestructureerde ontwikkeling van jongeren welke zelf moeite hebben hiermee. Het advies is met betrekking tot de kantoorruimte is dan ook om deze te organiseren een strakke maar tegelijkertijd nog jonge uitstraling te geven en om de kleuren en betekenis van het logo hier meer in terug te laten komen.

 

 

De graffiti muurschildering past hier niet bij en de banner van ‘Buzinezz Club’ toont ook weinig connectie met datgeen dat de stichting biedt aan de jongeren. Al met al is de visuele identiteit van de stichting een sterke formule welke aansluit bij datgene dat ze willen uitstralen naar de buitenwereld en jongeren welke potentieel gebruik gaan maken van de diensten van de stichting

 

Het antwoord op de onderzoeksvraag is daarmee simpelweg te beantwoorden met nee, de stichting maakt momenteel niet effectief genoeg gebruik van de visuele identiteit bij het aantrekken van nieuwe jongeren. De huisstijl van de stichting komt niet breed genoeg terug in datgene wat het bedrijf naar de buitenwereld uitstraalt. Het advies aan de stichting is dan ook om deze stijl door te zetten en meer terug te laten komen op het kantoor van de stichting om op deze manier een strak en duidelijk beeld van de organisatie af te geven naar de buitenwereld en daarmee ook de doelgroep.  Ook adviseer ik Young Up om de onderscheiding welke er momenteel is ten opzichte van de concurrentie meer te benadrukken. Dit kan door de verschillen welke er al zijn inzichtelijk te maken op bijvoorbeeld de website, zo is de goed uitgewerkte mogelijkheid tot ontwikkeling binnen Young Up een uniek sellingpoint van de organisatie maar momenteel nog niet goed zichtbaar voor de jongeren welke initieel in contact komen met de stichting,

 

Literatuurlijst

 

Birkigt, K., & Stadler, M. M. (1986). Corporate identity, grundlagen, funktionen, fallspielen. Verlag       Moderne Industrie: Landsberg am Lech.

Broek van den,  J., Koetsenruijter, W., Jong de, J., & Smit L. (2010). Beeldtaal. Den Haag: Boom              Lemma uitgevers

Kapferer, J. N. (2012). The new strategic brand management: Advanced insights and strategic              thinking. Kogan Page Publishers: London

Olins, W. (1978), The Corporate Personality: An Inquiry into the Nature of Corporate Identity.

                Thames and Hudson: London.

Olins, W. (1989), Corporate Identity: Making Business Strategy Visible through Design. Thames and    Hudson: London.

Wheeler, A. (2003). Designing brand identity: a complete guide to creating, building, and maintaining               strong brands. John Wiley: Hoboken, New Jersey

bottom of page